Batterijen groeien niet aan de bomen
Wist je dat?
De Democratische Republiek Congo het rijkste land van de wereld zou kunnen zijn. In de grond zitten zowat alle grondstoffen die de industrie nodig heeft voor onze gsm’s, laptops en elektrische auto’s. Kobalt bijvoorbeeld.
Die grondstoffen gaan massaal naar technologiereuzen en autofabrikanten in het buitenland. Daar strijken de Elons van deze wereld de miljardenwinsten op. De uitbuiting, de hongerlonen en de gezondheidsproblemen van de mijnwerkers blijven in Congo. En ja, de planeet heeft schone energie nodig. Maar dat moet toch ook kunnen zonder mens en natuur uit te buiten? Alsof het kolonialisme terug is van nooit weggeweest.

Kobaltkoorts
In Zuidoost-Congo domineert de kobaltkoorts. In het landschap vallen vooral de open putten op, gegraven met graafmachines. En bij de terrils en onder de huizen is er een parallel circuit met zelf gegraven mijnschachten, net breed genoeg voor één man. Die bikt het kobalt los met een hamer, een beitel en een simpel zaklampje op zijn hoofd.
Honderdduizenden mannen, vrouwen én kinderen werken er keihard in de verzengende zon of in de zelf gegraven mijngangen. Dat doen ze voor een bedroevend laag loon: vaak maar twee euro per dag voor extreem zwaar werk. Zonder mondmasker, zonder handschoenen, zonder veiligheidskleren.Terwijl kobalt giftig is. Af en toe stort een mijngang in. Vaak met tientallen doden, levend begraven. En de vervuiling van grond en water in de wijde omgeving maakt mensen ziek: er worden ongewoon veel kinderen geboren met afwijkingen.

Dat moet anders
Daarom werken WSM en ACV Internationaal al jaren samen met CSC Congo, de grootste vakbond van het land en winnaar van de laatste sociale verkiezingen. De lokale afdelingen in Kolwezi en Lubumbashi zetten acties op en organiseren, vormen en begeleiden de mijnwerkers en hun kinderen zodat ze zich bewust worden van hun rechten. Hoe meer leden, hoe sterker de onderhandelingspositie van de vakbond tegenover bedrijven en overheden. Ze werken internationaal samen om schendingen van mensenrechten aan te klagen.
Hun vakbondswerk is niet gemakkelijk. Er is veel vijandigheid tegen ‘pottenkijkers’. Maar hun werk is natuurlijk wel nodig.
Vakbonden werken internationaal samen om overheden en bedrijven onder druk te zetten om schendingen van mensenrechten te stoppen.
